Vertrouwenspersoon Integriteit
Ik ben voorstander van het combineren van de verschillende vertrouwensrollen voor medewerkers in één persoon. Een vertrouwenspersoon voor medewerkers zou wat mij betreft benaderd moeten kunnen worden voor ongewenst gedrag, conflicten met een andere aanleiding en vragen/meldingen op het gebied van integriteit.
Zie mijn visie op het vertrouwenspersoonschap
Integriteit , Wet Bescherming Klokkenluiders en Vertrouwenspersoon Integriteit
Integriteit is een veel gebruikte term die voor veel mensen of organsitaties vaak weer een verschillende betekenis heeft. Integriteit komt van het woord 'integer', dat één geheel of ongeschonden betekent. Een mens of organisatie wil ongeschonden blijven, niet worden aangetast. Maar wie of wat bepaalt wat goed is of wat slecht? Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen persoonlijke integriteit en organisatie integriteit.
Persoonlijke Integriteit
Wikipedia omschrijft persoonlijke integriteit als volgt: Integriteit is de persoonlijke eigenschap, karakter eigenschap, van een individu die inhoudt dat de persoon eerlijk en oprecht is. De persoon beschikt over een intrinsieke betrouwbaarheid, zegt wat hij doet en doet wat hij zegt, heeft geen verborgen agenda en veinst geen emoties. Een persoon met deze eigenschappen wordt integer genoemd. Een integer persoon zal zijn handelen niet laten beinvloeden door oneigenlijke zaken. Vanuit een persoonlijk perspectief verwijst integriteit naar morele zelfsturing: ‘ik ben integer wanneer ik mijzelf recht in de ogen kan kijken’ Belangrijke vragen bij morele zelfsturing zijn: : wie ben ik, waar sta ik, wie wil ik zijn en hoe geef ik vorm aan mijn leven. (Karssing).
Beroepsmatige integriteit / rolintegriteit
‘Het is zelden uit pure nieuwsgierigheid dat we willen weten of een persoon integer is. Buiten de kring van familie en vrienden komen wij mensen meestal in functionele relaties tegen. Het is weliswaar niet onbelangrijk dat wij onze garagehouder, bakker of huisarts aardig kunnen vinden, maar voorop staat dat hij een goede garagehouder, bakker of huisarts moet zijn’.
(Musschenga, 2004 – 103). Musschenga onderzoekt de integriteit in de beroepspraktijk. Hij noemt dat rolintegriteit. Er is sprake van rolintegriteit als een beroepsbeoefenaar zich sterk heeft gecommitteerd aan de doeleinden en waarden van die rol en als hij consistent in overeenstemming met de waarden, principes en regels van die rol handelt.
‘Een integere beroepsbeoefenaar neemt zijn verantwoordelijkheden serieus, zijn handelen kan een morele toets doorstaan, hij houdt zijn rug recht bij weerstanden en verleidingen en hij is bereid en in staat zich te verantwoorden voor zijn manier van werken ‘ (Karsing).
Integriteit hangt dus samen met standvastigheid, het bereid zijn om over de juistheid van je eigen gedrag te reflecteren en het jezelf kunnen verantwoorden voor je gedrag en de keuzes die je hebt gemaakt.
Integriteit in de organisatie
Bij organisatorische integriteit gaat het om de vraag hoe betrouwbaar en integer de organisatie is. Integer handelen gaat om gedrag: dat aansluit bij de doelstellingen van je organisatie, dat past binnen de kaders die de organisatie stelt en waarbij op geen enkele manier misbruik wordt gemaakt van je functie of positie.
Integriteit bepaalt in hoge mate de kwaliteit van de organisatie en de wijze waarop de ‘buitenwereld’ tegen een organisatie aankijkt. Integriteit heeft alles te maken met vertrouwen en betrouwbaarheid. Emotie en gevoelens spelen daarbij een belangrijke rol. Een integriteitsaffaire die in het nieuws komt kan al snel tot aanzienlijke imagoschade leiden. De conclusie wordt al snel getrokken dat het om een verziekte organisatie gaat met onbetrouwbaar personeel.
Het vermogen van organisaties om weerbaar te zijn tegen integriteitsaantastingen is vaak voor verbetering vatbaar. Verbeteringen zijn denkbaar op het gebied van interne regelgeving, procedures, maatregelen en beleid. Veel organisaties kiezen er voor integriteit nog verder uit te werken in de vorm van een gedragscode.
Wet bescherming Klokkenluiders en haar voorloper Wet Huis voor Klokkenluiders
De afgelopen jaren zijn er veel zaken in de publiciteit geweest van werknemers die via het werk te maken kregen met een misstand met een maatschappelijk belang. Zij kwamen in de problemen omdat zij de misstand naar buiten brachten. Dit was aanleiding voor de Tweede Kamer om te komen tot de Wet Huis voor Klokkenluiders (wet HvK) . Deze wet verbetert de meldmogelijkheden en de bescherming van werknemers. Organisaties horen hun beleid op dit gebied met ingang van 1 juli 2016 aan de wet HvK aangepast te hebben.
De wet HvK heeft tot doel de mogelijkheden tot het melden van een misstand met een maatschappelijk belang door werknemers te verbeteren en de melder beter te beschermen tegen benadeling .
In de op deze wet gebaseerde modelregeling melding misstanden is de verplichting opgenomen om werknemers de mogelijkheid te bieden over het wel of niet doen van een melding te overleggen met een adviseur die geheimhoudingsplicht heeft. Er is de mogelijkheid via deze adviseur te melden, waardoor de naam van de melder afgeschermd blijft maar de melding wel onderzocht wordt, Veel organisaties leggen de taak van deze adviseur neer bij de externe vertrouwenspersoon integriteit. Het Huis voor Klokkenluiders vindt de vertrouwenspersoon de meest geschikte 'functionaris' om deze rol van vertrouwelijk adviseur in te vullen.
De Wet Bescherming Klokkenluiders vervangt de wet Hvk met ingang van 2022 . Ze is het gevolg het doorvoeren van een Europese richtlijn op dit gebied en versterkt de positie van melders of degenen die hen ondersteunen
Zie verder: Wet Bescherming Klokkenluiders
Vertrouwenspersoon Integriteit (VPI)
De VPI biedt hulp en ondersteuning aan medewerkers die eigen vragen over integriteit aan de orde willen stellen, of die willen bespreken hoe ze het beste kunnen reageren op (vermoedens van mogelijk) niet integer gedrag van een collega of leidinggevende.
De VPI kan uitleg geven over de regelgeving die van belang is, het organisatiebeleid en de eventuele gedragscode.
De VPI kan meedenken of advies geven over de manieren die er zijn om niet integer gedrag van collega's aan de orde te stellen, zoals: collega aanspreken, zelf melden bij leidinggevende of organisatie leiding, het doen van een vertrouwelijke melding via de vertrouwenspersoon.
De VPI kan je tijdens deze vervolgstappen ook begeleiden.
De VPI heeft naast de gesprekken met medewerkers ook een adviesrol naar de organisatie over het bevorderen van integer handelen.
De VPI functioneert in dit geval als de adviseur die genoemd wordt in de Wet Bescherming Klokkenluiders.
Integer gedrag bij de overheid
Integriteit is aan de orde als de overheid niet meer als onpartijdig wordt gezien en daarmee zijn ook haar geloofwaardigheid en legitimiteit in het geding. Op grond van de Ambtenarenwet zijn overheidsorganisaties daarom verplicht een samenhangend integriteitsbeleid te voeren. Eén van de onderdelen van een dergelijk beleid is de regeling Melding Vermoeden Misstanden. In die regeling is anonimiteit van de melder uitgangspunt. Dat kan het beste gerealiseerd worden als de melding gedaan wordt bij de vertrouwenspersoon. Misstanden zijn omschreven als: - schendingen van wettelijke voorschriften of beleidsregels, - gevaar voor gezondheid, veiligheid of milieu, - een onbehoorlijke wijze van functioneren die een gevaar vormt voor het goed functioneren van de openbare dienst. Bij een audit op integriteit richt de overheid zich op vijf categorieën van risico’s. Risico’s die samenhangen met: contacten met derden, - belangenverstrengeling, - toegang tot financiële informatie en geldstromen, - gebruik middelen van de organisatie, en - collegiale ongewenste omgangsvormen. Op al deze risicogebieden is vaak beleid ontwikkeld om de kans op niet integer gedrag zo klein mogelijk te houden. Onderdeel van dergelijk beleid is ook het bevorderen van een open aanspreek cultuur. Daarnaast geldt dat ambtenaren bij het kennis dragen van strafbare feiten die door een collega-ambtenaar gepleegd zijn een aangifte plicht hebben.
Integer gedrag bij een organisatie in de jeugdzorg
Wij verwachten van onze medewerkers dat ze open en integer zijn en zich verantwoordelijk en professioneel gedragen. Onze medewerkers doen dit door zich te houden aan de binnen onze organisatie geldende regels en door de bijbehorende waarden en normen in acht te nemen. In onze gedragscode staan de regels en richtlijnen voor het gedrag en de werkwijze van medewerkers ten aanzien van cliënten, collega’s, de organisatie en externe contacten. De gedragscode is het fundament van onze organisatie en mede bepalend voor ons succes.
Vervolgens worden in de gedragscode een groot aantal normen benoemd over bijvoorbeeld - goed werknemerschap, - de omgang met cliënten, - de omgang met collega’s, - de wijze van leidinggeven, - de omgang met bedrijfseigendommen, - de omgang met vertrouwelijke informatie, - beleid rond nevenfuncties, - de mate waarin je door dringt in het privé leven van cliënten. In al deze categorieën is ook niet-integer gedrag mogelijk. Medewerkers worden opgeroepen elkaar waar nodig op deze normen aan te spreken.
Integer gedrag bij organisaties waarbij medewerkers verantwoordelijkheden hebben voor 18- minnners
Bij integer gedrag gaat het om handelen conform de beroepsstandaard, waarbij medewerkers op geen enkele manier misbruik maken van hun functie, positie of leeftijd. Een belangrijke norm binnen onderwijs- of hulpverleningsrelaties is dat de leraar of hulpverlener niet een meer persoonlijke relatie aan gaat met de leerling of cliënt dan nodig voor het bereiken van de primaire doelstellingen van de organisatie. Je dringt niet verder door in het privé leven dan nodig, je begint geen relatie die als seksueel getint zou kunnen worden ervaren. Deze norm geldt voor de omgang tussen volwassenen maar nog veel sterker voor de omgang met minderjarige kinderen.
Medewerkers van onderwijsinstellingen , hulpverlenende organisaties, of organisaties in de kinderopvang, die het vermoeden hebben dat een collega zich grensoverschrijdend gedraagt naar aan hun zorg toevertrouwde minderjarigen of familieleden daarvan, hebben de plicht hun leidinggevende te informeren. De verplichting bestaat voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar ook voor fysiek geweld.
Het wel of niet informeren van de leidinggevende heeft vergaande consequenties. Als je niet meldt kan de ongewenste situatie blijven voortduren. Als je wel meldt maar je vermoeden kwam niet overeen met de feiten heb je een collega beschadigd. Medewerkers die over de situatie willen overleggen voordat ze een melding doen, kunnen zonder dat daar directe gevolgen aan verbonden zijn van gedachten wisselen met de VP
Zie voor een taakomschrijving
Taken vertrouwenspersoon accent integriteit
Onze vertrouwenspersonen houden zich aan de privacywetgeving (AVG)
Zie verder: AVG en privacy