Wet Bescherming Klokkenluiders
Wet Bescherming Klokkenluiders (Wbk) en rol van de Vertrouwenspersoon Integriteit
De Wet Bescherming Klokkenluiders heeft als doel de mogelijkheden tot het melden van een misstand met een maatschappelijk belang of een inbreuk op het Unierecht door door werknemers (*) te verbeteren en de melder beter te beschermen tegen benadeling. De wet verplicht werkgevers bij wie ten minste 50 personen (**) werkzaam zijn tot het vaststellen van een procedure voor het omgaan met het melden van een vermoeden van een misstand. De ervaring leert dat een dergelijke interne meldregeling drempelverlagend werkt en kan voorkomen dat zaken publiekelijk escaleren.
(*: In de wet wordt niet over werknemers gesproken maar over iedereen die werkzaamheden voor u verricht, het gaat om mensen met wie een huidige, voormalige of toekomstige werkrelatie heeft)
(**: Er zijn ook een aantal 50- bedrijven die verplicht zijn een meldregeling op te stellen, dit zijn vooral bedrijven in de financiële dienstverlening)
In de Wbk is ook geregeld dat medewerkers die in vertrouwen over het eventueel doen van een melding willen spreken, terecht moeten kunnen bij een adviseur met geheimhoudingsplicht. De vertrouwenspersoon integriteit is zo'n adviseur.
Advies
Ik kan u advies geven over de rol van de vertrouwenspersoon integriteit en het beleid dat van u verlangd wordt in het kader van de Wet Bescherming Klokkenluiders.
De Wet Bescherming Klokkenluiders (wet Wbk), haar voorloper de Wet Huis voor Klokkenluiders (wet HvK) en Het Huis zelf
De afgelopen jaren zijn er veel zaken in de publiciteit geweest van werknemers die via het werk te maken kregen met een misstand met een maatschappelijk belang. Zij kwamen in de problemen omdat zij de misstand naar buiten brachten. Dit was aanleiding voor de Tweede Kamer om te komen tot de Wet Huis voor Klokkenluiders. Deze wet verbetert de meldmogelijkheden en de bescherming van werknemers. Op 1 maart 2016 heeft de Eerste Kamer de Wet Huis voor Klokkenluiders unaniem aangenomen.
Organisaties met 50 of meer medewerkers zullen met ingang van 1 juli 2016 hun bestaande meldregelingen aangepast moeten hebben aan de wet HVK of een passende nieuwe regeling hebben opgesteld. De OR heeft instemmingsrecht op de interne meldregeling.
De wet HvK heeft tot doel de mogelijkheden tot het melden van een misstand met een maatschappelijk belang door werknemers te verbeteren en de melder beter te beschermen tegen benadeling. De wet verplicht werkgevers bij wie ten minste 50 personen werkzaam zijn tot het vaststellen van een procedure voor het omgaan met het melden van een vermoeden van een misstand. De ervaring leert dat een dergelijke interne meldregeling drempelverlagend werkt en kan voorkomen dat zaken publiekelijk escaleren.
De wet HvK voorziet in de oprichting van het Huis voor Klokkenluiders (het Huis) . Het Huis kan werknemers met een vermoeden van een misstand met een maatschappelijk belang adviseren en kan onderzoek doen naar deze vermoede misstand en naar de wijze waarop de werkgever zich tegenover de melder heeft gedragen. Het Huis wordt ondergebracht bij de Nationale Ombudsman maar staat open voor meldingen uit zowel de publieke als de private sector. Het is de bedoeling dat de knowhow zoals verzameld bij het Adviespunt Klokkenluiders, de Onderzoeksraad Integriteit Overheid, de Expertgroep Klokkenluiders en het Bureau Integriteit Openbare Sector (BIOS) ingebracht wordt in het Huis voor Klokkenluiders.
Het Huis heeft geen zelfstandige onderzoeksbevoegdheid. Er moet in alle gevallen een signaal van een werknemer bij het Huis zijn binnen gekomen. De werknemer kan blokkeren dat zijn informatie wordt overgedragen aan de afdeling onderzoek. De werknemer houdt dus altijd de regie over zijn adviesaanvraag. Overheidsinstanties moeten de onderzoekers toegang verlenen en volledig meewerken. Onderzoek bij bedrijven zal zich in eerste instantie beperken tot het opvragen van informatie en schriftelijk bewijs. Bij vermoeden van strafbare feiten wordt het OM ingeschakeld. De afdeling onderzoek van het Huis stelt van het onderzoek een rapport op. Nadat de werkgever en de melder op het concept hebben kunnen reageren, maakt de afdeling onderzoek het rapport openbaar.
Zie verder Huis voor Klokkenluiders
De Wet Bescherming Klokkenluiders scherpt een aantal principes uit de wet Huis voor Klokkenluiders aan en is het gevolg van Europese Richtlijnen, Onder andere worden de rechten van de melder en de gene die de melder ondersteunt versterkt en krijgt de OR meer invloed op de regeling en het gebruik er van. Ook zal de werkgever alle betrokkenen actief op de hoogte moeten stellen van het bestaan van deze regeling.
Zie verder Wet bescherming klokkenluiders
Rol van de vertrouwenspersoon integriteit in het kader van Wet Bescherming Klokkenluiders
Inzet vertrouwenspersoon niet verplicht op basis van wet Wbk, wel voor de hand liggend
Een medewerker die overweegt een melding te doen moet kunnen overleggen met een adviseur met geheimhoudingsplicht. Een vertrouwenspersoon goed vervullen. Landelijk gezien wordt deze rol als vertrouwenspersoon integriteit (VPI) omschreven. Inzet van een VPI is echter niet verplicht op basis van de Wbk
Eerder op deze pagina is aangegeven dat de melder een beroep moet kunnen doen op een contactpersoon (die met hem kan doorspreken over de risico’s op benadeling) en een adviseur waarmee melder in vertrouwen kan spreken over het vermoeden van een misstand en de beste wijze over hoe daar mee om te gaan. Mijn inziens is een VPI zeer geschikt om deze rollen te vervullen.
Vertrouwenspersoon Ongewenst Gedrag (VPO) en VPI
De vertrouwensrol is in veel organisaties gegroeid vanuit de verplichting medewerkers te beschermen tegen ongewenst gedrag (agressie, seksuele intimidatie, pesten, discriminatie) door collega’s of leidinggevenden. De VPO is ter beschikking voor medewerkers die zelf slachtoffer zijn geworden van ongewenst gedrag. De VPI wordt vooral benaderd wanneer een medewerker het vermoeden van een misstand of een inbreuk op het Unierecht wil bespreken waarbij de organisatie of de samenleving slachtoffer is. VPO en VPI baseren hun handelen op verschillende inhoudelijke gronden, maar hebben voor beide rollen in het contact met medewerkers ongeveer gelijke competenties nodig. De laatste jaren is de gewoonte gegroeid de rollen van VPI en VPO door één dezelfde VP te laten vervullen en het aan de deskundigheid van de VP over te laten de eventuele verschillen tussen de twee rollen te bewaken en als nodig naar de medewerker toe uit te leggen.
Beleid preventie ongewenst gedrag en beleid bevordering integer handelen
Als het beleid integriteit niet goed op papier staat, niet goed wordt ingevuld of niet goed wordt uitgedragen, dan heeft zowel de VPO als de VPI daar last van. De praktijk leert dat wanneer dit beleid niet (goed) is geregeld dat de medewerker die klem zit, zich meldt bij de VPO. Dit kan de VPO in een lastig parket brengen. Of de medewerker blijft er zelf mee rond lopen. Dat is een gemiste kans voor de organisatie. Ook de VPI die zich niet gedekt voelt door goed beleid loopt risico’s. Als de organisatie niet goed na denkt over de rol van de VPI en diens werkwijze dan hebben daar zowel de VPO als de VPI last van. Voor beide VP-rollen is het belangrijk dat de organisatie haar verantwoordelijkheid neemt om het nieuwe beleid te ontwikkelen of actualiseren en vervolgens zorgvuldig te implementeren.